Voorbeeld Video Bijzondere Verrichtingen Motorrijbewijs
Posted on: February 15, 2016Voorbeeld Video Bijzondere Verrichtingen Motorrijbewijs
Meld je aan voor ons YouTube Kanaal en bekijk alle bijzondere verrichtingen die je kunt verwachten tijdens je praktijk examen voor je motor rijbewijs.
Vaak is een aantal kijken van een filmpje net wat gemakkelijker dan in spanning blijven zitten omdat je niet zeker weet wat je moet doen.
Oefeningen motorexamen voertuigbeheersing (AVB)
bijzondere verrichtingen motor
In totaal laat je bij het motorexamen voertuigbeheersing zeven oefeningen zien. Alle oefeningen tellen even zwaar.
Er zijn vier zogenaamde clusters ofwel onderdelen en uit ieder zogenaamd cluster is één oefening verplicht.
Daarnaast doe je uit de clusters twee tot en met vier één extra oefening. Dat betekent dat je vier verplichte oefeningen krijgt en drie oefeningen die de examinator kiest. Je mag elke oefening bij een onvoldoende resultaat één keer overdoen. Om te slagen moet je in totaal vijf van de zeven verschillende oefeningen succesvol afronden. Daarbij voer je in de clusters twee tot en met vier minimaal één oefening correct uit. Dus je laat de examinator op overtuigende wijze zien dat je de motor beheerst bij lage en hoge snelheid. En dat je bij het tot stilstand komen goed kunt remmen.
Cluster 1
Motor Achteruit parkeren
Het eerste cluster bestaat uit de oefening achteruit parkeren met je motor.
Dit is een verplichte oefening waarin je aan de rechterzijde van de rijbaan loopt met de motor aan de hand. Vanuit deze positie parkeer je de motor achteruit in een aangewezen parkeervak waarna je dede motor op de standaard zet. Als afsluiting van deze bijzondere verrichting haal je de motor weer van de standaard en loop je naar rechts het parkeervak uit met de motor aan de hand.
Cluster 2
Langzame slalom motor
De langzame slalom is de verplichte oefening van het tweede cluster . Er geldt geen richtlijn voor de minimale en maximale snelheid tijdens deze bijzondere verrichting. Omdat de pylonen op geringe afstand van elkaar staan ligt het voor de hand om een stapvoets tempo te rijden met je motor.
LET OP: Tijdens deze oefening is het gebruik van een slippende koppeling verplicht!!
Van belang is verder de combinatie van juiste bediening, langzaam rijden en het behouden van de balans. Dit alles doe je natuurlijk zonder ook maar 1 van de pylonen aan te raken!
Wegrijden uit parkeervak – Bijzondere verrichting
Het doel van deze oefening is dat je vanuit stilstand uit een parkeervak wegrijdt.
Je verlaat het parkeervak in een haakse bocht en rijdt enkele meters rechtuit.
Denk eraan dat de rijbaanbreedte drie meter is. Het belangrijkste van deze hele oefening is het maken van een scherpe gecontroleerde bocht, direct na het wegrijden.
De examinator zal aangeven in welke richting je moet wegrijden met je motor.
Denkbeeldige acht – Bijzondere verrichting Motor
Tijdens deze oefening laat je zien dat je een complete (denkbeeldige) acht kunt rijden in een afgezet rechthoekig kader.
Je start deze bijzondere verrichting met trekkende motor en daarbij houdt je een gelijkmatige snelheid aan. Naast het gebruik van de voetrem is ook eventueel het gebruik van een slippende koppeling toegestaan.
Stapvoets rechtdoor rijden met motor
TIjdens deze bijzondere verrichting voor je motorrijbewijs is het de bedoeling dat je naast de lopende examinator blijft rijden en dat over een afstand van twintig meter. De examinator zal letten op snelheid, balans en een juiste bediening van de motor.
De vereisten zijn dat je gebruik maakt van een slippende koppeling. Je voetrem mag je bij deze keuzeoefening ook gebruiken, maar je houdt je voeten tijdens het rijden op de voetsteunen.
Voor het aangegeven richtpunt kom je tot stilstand, hierbij mag je de voorrem gebruiken.
Halve draai (links- of rechtsom) – motor
Dit is een optionele bijzondere verrichting die de examinator kan kiezen.
Bij deze oefening rijd je met licht trekkende motor op een denkbeeldige rijbaan.
Na de tweede pylon maak je in één vloeiende beweging een halve draai naar links of rechts. Je blijft bij de halve draai binnen de aangegeven pylonen. Dit is een gemarkeerd vlak van vier bij zes meter. Je rijdt dan terug naar het startpunt. Het gebruik van de voetrem en een slippende koppeling is toegestaan.
Cluster 3
Uitwijkoefening
Cluster drie bestaat uit drie oefeningen, waarvan de uitwijkoefening verplicht is. Bij de uitwijkoefening kom je met vijftig kilometer per uur aanrijden door de poort. Vijftien meter na de poort moet je vóór een denkbeeldig muurtje van pylonen naar links uitwijken. Daarna keer je weer terug naar de eigen weghelft.
Snelle slalom
Bij de snelle slalom zijn zes pylonen opgesteld. Deze slalom neem je bij een snelheid van minstens dertig kilometer per uur met trekkende motor. Belangrijk is dat het vloeiend en gelijkmatig gebeurt en dat je vanuit de heupen stuurt.
Vertragingsoefening
Bij deze oefening trek je vanuit stilstand op om snel te komen tot een snelheid van vijftig kilometer per uur. Je rijdt dan in tenminste de derde versnelling. Na het tweede poortje rem je af tot 30 kilometer per uur en schakel je minimaal één versnelling terug. Daarna rijd je met deze snelheid een slalom om drie pylonen die acht meter uit elkaar staan.
Cluster 4
Noodstop
In het vierde cluster is de noodstop de verplichte oefening. Je rijdt minimaal vijftig kilometer per uur. Na het poortje draai je het gas dicht, ontkoppel je direct en rem je maximaal om zo snel mogelijk tot stilstand te komen. Natuurlijk verlies je de controle over de motor niet.
Precisiestop
Bij de precisiestop gaat het erom dat je vlak voor het tweede poortje stilstaat. Je rijdt eerst vijftig kilometer per uur en remt beheerst als je het eerste poortje van twee pylonen passeert. Daarna moet je de motor zeventien meter verderop tot stilstand brengen. Belangrijk is dat je gelijkmatig remt gedurende de zeventien meter, zonder dat grote correcties in remkracht nodig zijn. Vlak voor je stilstaat, schakel je terug naar de eerste versnelling.
Stopproef
Naast de precisiestop kan de examinator ook nog kiezen voor de stopproef als keuzeoefening. Het doel van deze oefening is dat je technisch goed en fors remt met een korte remweg. Je rijdt eerst vijftig kilometer per uur en draait bij het poortje het gas dicht, remt direct met beide remmen en ontkoppelt. Je schakelt kort voordat je stilstaat terug naar de eerste versnelling.